Het ras New Hampshire is ontstaan uit het ras Rhode Islands Reds. Omstreeks 1915 zijn de kippen ingevoerd in de Amerikaanse staat New Hampshire, vanuit de aangrenzende staat Rhode Island en de zuidelijke staat Massachusetts. Pas in 1935 werd de New Hampshire officieel erkend als kippenras en opgenomen in de ‘standard of perfection’. Na de Tweede Wereldoorlog is pas in Europa voor het eerst kennis gemaakt met het ras.
Forse, brede hoen
De uiterlijke kenmerken van het ras zijn een forse, brede hoen met een diepe borst en oplopende ruglijn. Het ras is vol bevederd. De kleur is uniek en bestaat uit veel verschillende tinten rood en bruin. Het is een combinatie van het dieprode van de Rhode Islands Reds en de buffkleur van de Orpington. Opvallend zijn de gele poten, die erg afsteken van de rode kleur. Kenmerkend aan de New Hampshire is dat ze vrij rustig zijn en snel tam zijn te maken. Ze gebruiken hun vleugels niet om te vliegen. Daarnaast groeien ze relatief snel en is het ras snel in staat om eieren te leggen. Hierdoor zijn ze uitermate geschikt als zowel leg- als hobbykip.
Legt veel eieren
De New Hampshire kan goed tegen de winter en ligt een bruin gekleurd ei van ongeveer 60 gram. Op jaarbasis legt een hen ongeveer 220 eieren. Het gewicht van de haan is gemiddeld 3750 gram. Hiermee behoort hij tot de zware rassen. De hen weegt ongeveer 3000 gram. De haan heeft een ringmaat van 22 millimeter en de hen 18 millimeter.